Aquarelverf voor nature journaling en botanisch tekenen:

tips voor beginners

de beste weetjes en tips over aquarelverf

Het is zo leuk om te zien dat het animo voor nature journaling in onze regio groeit! Steeds meer enthousiaste nieuwelingen melden zich aan voor mijn introductieworkshops. Daarbij merk ik dat er vaak dezelfde vragen terugkomen – en dat is logisch.
In de workshops probeer ik daar voldoende aandacht aan te geven. Soms ga ik uitgebreid op vragen in, en soms laat ik dingen liggen om meer tijd over te houden voor het journalen zelf. Natuurlijk heb ik de workshop inmiddels 30 minuten langer gemaakt. Om toch de informatie te kunnen geven een uitgebreide blogpost.... pak er maar een kopje thee bij.

Welke aquarelverf en materialen gebruik je voor nature journaling?

Dit is een van de meest gestelde basisvragen. Ik zou er zó een uur over kunnen praten. Om
dat niet telkens te hoeven doen, verwijs ik graag naar deze eerdere blog over een nature journaling kit. De blog die je nu leest is een aanvulling daarop, en richt zich specifiek op aquarelverf.
Ik ben nergens aan gelieerd, dus alles wat ik schrijf is mijn eigen mening, aangevuld met wat feiten.

Kwaliteit van aquarelverf

Er bestaan veel kwaliteitsniveaus in aquarelverf. Eerst wil ik benadrukken: geef nooit meer uit dan je kunt of wilt. Je hebt echt geen dure, overvolle set nodig om met plezier te kunnen nature journalen. Deze tips zijn trouwens ook uitstekend voor beginnende botanisch kunstenaars die zich verder willen verdiepen in aquarelverf en nature journaling.

Wel raad ik aan om op de kwaliteit te letten. Want weet je nog, die brakke set uit de la van je oma die eigenlijk niks deed? Dat was niet leuk. En dat willen we voorkomen.
Er zijn veel kindersets op de markt. Ik heb ze niet allemaal getest, maar kan wel zeggen: er zitten zeker goede tussen, maar ook veel slechte. Zelf kocht ik bij de Action en HEMA soms matig en soms verrassend goed materiaal. Maar door die grote variatie raad ik zulke sets liever af.

Twee dingen zijn hierin belangrijk:

  • We hebben maar één planeet. Wegwerpverf is zonde: het is milieubelastend om iets slechts te kopen, het één keer te gebruiken en dan te vervangen.
  • Duurdere verf bevat meer pigment. En pigment is precies wat verf, verf maakt.

Als je kijkt naar kunstartikelen van echte kunstmerken, heb je twee hoofdkeuzes:

Student quality of artist quality
Beide zijn prima. Je kunt er niet echt de mist mee ingaan. Het verschil zit in:
· Artist quality heeft meestal meer kleuren in de serie
· Er zit meer pigment in
· De kleuren zijn vaak lichtechter (ze vervagen minder bij blootstelling aan licht)

Voorbeelden van merken die beide kwaliteiten aanbieden:
Talens
o Student: Van Gogh
o Artist: Rembrandt
Winsor & Newton
o Student: Cotman
o Artist: Professional Watercolour

professional and student aquarel verf

Kleur namen en pigment nummers

Kleuren kun je op veel manieren benoemen. Bijvoorbeeld: blauw, lichtblauw, donkerblauw…
maar ook: cobalt blue, French ultramarine, cyaan enzovoort.
De grap – nou ja, of het echt grappig is weet ik niet – is dat als je een kleur als French ultramarine tegenkomt, dat meestal pigment PB29 is… maar niet altijd. Dat is natuurlijk abracadabra voor beginners, dus ik begin even bij het begin:

Verf = pigment + bindmiddel + vulmiddel
Pigment is de kleurstof. Elk pigment heeft een eigen nummer. Voor blauw zie je bijvoorbeeld:
· PB29 → vaak French ultramarine
· PB28 → vaak Cobalt blue
· PB15 → bijvoorbeeld Winsor Blue bij Winsor& Newton

Maar let op:
· Een kleurnaam kan verschillende pigmenten bevatten
· En hetzelfde pigment kan onder verschillende namen verkocht worden

Dat maakt het verwarrend. Zeker als je bedenkt dat de kleur ook beïnvloed wordt door hoe het pigment bewerkt is. Zo gebruikt Daniel Smith PB15:3 voor Phthalo Blue en heeft daarvan zowel een green shade als een red shade. Winsor en Newton noemen het Winsor blue, ook in twee shades te verkrijgen, en het is PB15 genoemd. Ze hebben het pigment dus anders bewerkt.

Stel, je volgt les bij iemand die alleen met Winsor & Newton werkt en je krijgt een kleurenlijst. Als jij werkt met Daniel Smith, moet je dus goed letten op pigmentnummers én namen om te kunnen vergelijken. Het pigmentnummer is hierin altijd leidend.

verschillende blauwe aquarelverf nummers

Gemakskleuren

Sommige (niet primaire) kleuren zijn door het merk al voor je gemixt. Denk aan:
· Sap Green
· Payne’s Grey
· Neutral Tint
Dat zijn zogenaamde ‘gemakskleuren’. Maar: het ene merk gebruikt twee pigmenten, het andere drie. Als je zelf gaat mengen hiermee, krijg je dus andere resultaten. (Die verdieping in kleurentheorie bewaar ik voor een andere blog.)

Andere eigenschappen van aquarelverf

Op een tubetje verf vind je meestal niet alleen de kleurnaam en het pigmentnummer, maar ook informatie over:

Lichtechtheid (Lightfastness): Hoe goed een kleur bestand is tegen vervaging door licht. Meestal aangeduid met een LF-score:

· LF I – uitstekende lichtechtheid (professioneel niveau)
· LF II – goed
· LF III – gemiddeld
· LF IV – zwak
· LF V – zeer slecht
Voor werk dat lang meegaat (bijvoorbeeld iets dat je inlijst) zijn LF I en II het beste.

Dekkend of transparant

· Dekkende verf: bedekt de onderlaag volledig
· Transparante verf: laat de onderlaag doorschijnen
Voorbeeld:
· Een transparante geel over rood geeft oranje
· Een dekkende geel (zoals cadmiumgeel) over rood maakt de onderlaag minder zichtbaar en blijft meer geel. Zelf vind ik dekkend en aquarel maar een matige combi. Zelfs dekkende cadmium kleuren moet je een paar laagjes aanbrengen voor het helemaal dekt.

Andere nuttige eigenschappen (vaak niet op het label)

· Granulerend: pigmentdeeltjes trekken en duwen elkaar, wat textuur en diepte geeft
· Staining: moeilijk of niet te verwijderen als het eenmaal op papier zit (zoals Phthalo Blue)
· Niet-staining: makkelijker te liften of weg te halen (je kunt zelfs bijna terug naar wit papier)

Welke kleuren kies je als beginner?

Het allerbelangrijkste: kies kleuren die jij mooi vindt en waar je zin van krijgt om te schilderen. Zelf vind ik natuurlijke kleuren aquarelverf fijn bij nature journaling, dat scheelt veel menggedoe, maar zonder mijn felle kleuren kan ik ook niet. Ik heb persoonlijk een veelkleurig breed pallet. Botanisch
kunstenaars gebruiken vaak een reeks primaire kleuren (meerdere rood, blauw en geel) op hun palet, (soms samen met andere kleuren), om de perfecte groen te creëren.

Voorbeelden:
· Houd je van natuurlijke tinten? Kies dan aardekleuren.
· Houd je van bloemen? Dan veel roze, paars en blauw.
· Werk je graag breed? Dan is een palet met primaire kleuren handig.

Mijn advies is om altijd minimaal deze kleuren in je basispalet te hebben:
· 1 primaire blauw (cyaan of french ultramarine)
· 1 heldere geel (lemon yellow)
· 1 magenta (permanent rose of quinacridone pink)
Met die drie kun je veel (eigenlijk alles) mengen, inclusief neutrale kleuren als bruin, grijs en groen.

aquarelverf primaire kleuren trio

Verder stel je jezelf twee vragen:
1. Student of professional kwaliteit?
2. Hoeveel kleuren wil je meenemen?

Heb je die keuze gemaakt, dan kun je concreet een palet samenstellen. Enkele opties:
· Zelf samenstellen: vul lege napjes met verf uit tubes van bijvoorbeeld Daniel Smith of Winsor & Newton. Zo stel je je eigen kleurenpalet samen.
· Kant-en-klaar beginnerspalet (studentkwaliteit): bijvoorbeeld het Cotman-palet van Winsor & Newton. Dit bevat een splitprimary (twee blauwen, twee gelen, twee roden), aangevuld met o.a. groen en bruin. Er zit ook wit in. Zelf heb ik die wit vervangen door een dotje witte gouache op het mengpallet, en er een napje permanent rose voor in de plaats gedaan, omdat ik een heldere roze (magenta) miste.
· Kant-en-klaar palet van artist quality: o.a. Daniel Smith biedt een samengestelde set aan in professionele kwaliteit. Deze bevat een selectie van veel gebruikte kleuren en zijn een fijne manier om kennis te maken met het merk zonder alles los te hoeven kopen.

Over Gouache

Kort gezegd: gouache is een dekkende vorm van aquarelverf.
Ik gebruik witte gouache liever dan witte aquarelverf als ik ergens een wit accent wil toevoegen. Het dekt beter. Weet wel: zodra je kleuren mengt met wit, worden ze automatisch "dekkend" en krijg je een ander effect dan met transparante aquarelverf. Een apart artikel over gouache komt nog!

En nu…

Aan de slag! Pak de aquarelverf die je al hebt, ga naar buiten en begin met nature journalen.
Mocht je onderweg iets missen, dan kun je met de info uit deze blog gericht iets nieuws
uitzoeken – waar je jarenlang plezier van kunt hebben.

aquarelverf natuur pallet